Als slangetjes je dochters omringen
schiet je in de overlevingsstand
Meike hoopte dat ze op haar 35ste moeder zou worden van een tweeling. Haar wens kwam uit, maar dat die zoveel medische risico’s met zich meebracht, had ze nooit gedacht. Na de geboorte van Marie en Maud verbleef ze met haar man Kees negen weken in het Ronald McDonald Huis.
Het was een dubbele periode. In het begin van haar zwangerschap telden ze ongeduldig af naar de voorspelde bevallingsdatum. Maar toen Meike bij 26 weken al ontsluiting had, veranderde alles. “Elk uur dat Marie en Maud in de baarmoeder bleven, was reden tot opluchting”, zegt Kees. “Dat is een heel raar gevoel.”
Piepkleine meisjes
Dokters wonnen tijd met weeënremmers, maar bij ruim 29 weken konden ze de bevalling niet langer tegenhouden. Twee piepkleine meisjes zagen in de nacht van 9 februari 2017 het levenslicht in het Amsterdamse VUmc. Ze ademden zelfstandig, maar daarmee was de kous niet af. Ze konden niet drinken en hielden zichzelf door hun lage gewicht niet warm. De afdeling Neonatologie in het Leidse LUMC, bij hen om de hoek, was vol. Daarom werd ver van huis de behandeling opgestart. Marie en Maud lagen in de couveuse op de intensive care, aangesloten op apparaten. Voeding kregen ze via een sonde.
Vatbaar voor ziektes
Die eerste week verbleven Meike en Kees naast het VUmc in het Ronald McDonald Huis. Fijn vonden ze dat. Zeker omdat Meike twee dagen na de bevalling al werd ontslagen uit het ziekenhuis. Zonder het Ronald McDonald Huis hadden ze elke dag op en neer gemoeten. Nu waren hun kwetsbare dochters dichtbij. “Ze waren zo vatbaar voor ziektes dat alleen wij ze mochten vasthouden”, vertelt Kees. “Je dochters worden omringd door slangetjes. Wij schoten in de overlevingsstand.” Na een week verhuisde de twee-eiige tweeling naar de high care in het HagaZiekenhuis in Den Haag. Meike en Kees namen hun intrek – acht weken lang – in het pas geopende Ronald McDonald Huis. Een vermoeiende tijd voor allebei, maar voor Meike in het bijzonder. Ze kwam het ziekenhuis nauwelijks uit. Haar dagen bestonden uit kolven en gesprekken voeren met de kinderarts. Kees moest weer aan het werk.
Zware periode
Gelukkig brachten familie en vrienden eten en ontspanning op het gloednieuwe dakterras van het Huis. Ook met de vrijwilligers en andere gasten heeft Meike veel meegemaakt. “Met twee moeders had ik goed contact en tegen de vrijwilligers zei ik grappend: als ik jullie de oven moet uitleggen, dan zit ik te lang in het Huis.” Na acht weken dronk Maud zelfstandig en mocht ze bij Meike en Kees op de kamer. Een week later konden ze met zijn allen naar huis en brak een zwaardere periode aan: twee meisjes aan de lopende band voeden, van wie Marie nog steeds met een sonde in haar neus. “Dat moesten we echt met zijn tweeën doen”, zegt Meike. “Anders was ik uren bezig. Kees moest de volgende ochtend gewoon naar zijn werk.”
De glijbaan op
Nu kruipen Maud en Marie kraaiend van plezier door de tuin. Voor zover bekend heeft de tweeling niets aan hun vroeggeboorte overgehouden. Meike: “We voelen die angst van het begin niet meer, zijn niet meer zo overbezorgd als toen.” Kees knikt. “Als ze nu wild de glijbaan opklimmen, dan denk ik: dat komt wel goed.”