Pas als Floris 's avonds sliep gingen we terug naar het Huis
Het is Floris’ (16) eerste schooldag na de zomervakantie. Hij heeft zijn middelbareschooldiploma gehaald en heeft zin om te beginnen aan zijn nieuwe opleiding. Maar onderweg naar school zakt hij midden op een druk treinstation plotseling in elkaar. Moeder Liesbeth: “Ik was thuis, op zijn kamer wat aan het opruimen, toen de politie aan de deur stond. Ze vertelden dat er iets met Floris was gebeurd en dat we meteen mee moesten komen.”
Liesbeth en vader Jan pakken wat spullen bij elkaar en stappen in de politieauto. Liesbeth: “Dat was zo ontzettend eng, we reden keihard en met gillende sirenes naar het ziekenhuis in Enschede. Hij lag nog op de ambulancebrancard toen wij daar aankwamen en herkende ons niet. We hoorden dat hij op het station gereanimeerd was door omstanders. Wat er precies met hem aan de hand was, was toen nog onbekend, dus de angst was groot dat hij ieder moment weer weg zou kunnen vallen.”
Hartstilstand
Floris krijgt een beademingsbuis, wordt gestabiliseerd en klaargemaakt voor transport naar de IC in het UMC Groningen. Vanwege een hartafwijking sinds zijn geboorte is hij daar al jaren onder controle. Jan: “Bij zijn aandoening, anomalie van Ebstein, kunnen hartritmestoornissen voorkomen, maar normaliter bouwt dat zich op. Bij Floris was nooit iets afwijkends te zien geweest, en nu bleek dat hij zomaar een hartstilstand had gehad.”
Floris ligt acht dagen op de IC en na de eerste nacht kunnen Jan en Liesbeth terecht in Ronald McDonald Huis Groningen. Liesbeth: “Dat was fijn. Er werden meteen ook twee stretchers voor broer Luc (20) en zus Anne (22) neergezet.” Lachend: “Met een mooi roze en blauw dekbedovertrek.” Jan: “Je wilt het niet, maar na een poosje leg je je erbij neer dat dit nu tijdelijk je thuis is. En dan bouw je ook daar een heel eigen ritme op, met je eigen dagelijkse rituelen. Zo heb ik heel veel ochtenden ‘thuis’ gewerkt vanuit onze kamer in het Ronald McDonald Huis.” Liesbeth: “Pas als Floris ’s avonds sliep, gingen we terug naar het Huis. Daar draaide ik vrijwel iedere avond in mijn pyjama een wasje met Floris’ spullen die ik dan ’s ochtends streek en weer meenam naar Floris. De wasruimte was sowieso een fijne, rustige plek. En ik had mijn vaste tafeltje waar ik ontbeet met thee, brood en de krant.”
‘Na een poosje leg je je erbij neer dat het Huis nu tijdelijk je thuis is'
Geen krimp
Floris ligt ondertussen op de verpleegafdeling en het wachten is op een zware hartoperatie, waarbij zijn hartklep hersteld wordt. Liesbeth: “Het wachten daarop duurde lang en dat was heftig.” Maar ook als de operatie eenmaal achter de rug is, krijgt Floris het met veel complicaties zwaar te verduren. Als er vocht in zijn hartzakje blijkt te zitten, moet hij met spoed opnieuw geopereerd worden en wordt er een drain geplaatst. Liesbeth: “Hij heeft al die tijd nooit een krimp gegeven. Er is zó veel in en aan zijn lichaam geprikt en gesjord, het is onvoorstelbaar.”
Dan, na een verblijf van ruim twee maanden in Groningen, gaat het beter. Liesbeth: “Wel had hij inmiddels ondergewicht, dus we hebben hem een beetje vetgemest; namen allerlei lekker eten voor hem mee.”
De laatste nacht slaapt Floris – met een tussenstop bij McDonald's – één nachtje bij zijn ouders in het Huis. Inmiddels is een half jaar verstreken en gaat het beter met Floris. Hij werkt met behulp van fysio aan zijn conditie en is alsnog begonnen met zijn opleiding.