
Na slopende nachten eindelijk rust
Met 31 weken komt Junayd ter wereld. Veel te vroeg, te klein en te licht. “Maar hij is gezond, dachten we toen”, vertelt moeder Asma. Als Junayd een paar dagen later met een opgezette buik en een grauwe kleur in zijn bedje ligt, is haar schrik groot. “Toen ik hem zag, schoten de tranen in mijn ogen, dit was niet goed.”

De oorzaak is onduidelijk, zijn waardes zijn goed. Het gezin verblijft dan in Ronald McDonald Huis Zwolle. Na een paar dagen kan Junayd terecht op de neonatologieafdeling van het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. Een opluchting voor zijn ouders, Karim en Asma: “Een stuk dichter bij huis.” Maar de situatie blijft onzeker. Een operatie wijst uit dat een geperforeerde darm de boosdoener is en Junayds klachten veroorzaakt. Delen van zijn dunne darm worden weggehaald en hij krijgt een stoma. In eerste instantie herstelt hij goed.
Horror
Dan gaat het verkeerd. Junayd loopt een sepsis op, met een dubbele darminfectie. Na een nieuwe operatie houdt hij veel vocht vast. Zóveel dat het in zijn luchtwegen terechtkomt. Zijn ademhaling stokt. Karim: “De monitor piepte. Verpleegkundigen riepen door elkaar. Binnen enkele seconden was de zaal gevuld met witte jassen. Een horrorscenario.” Asma: “De grond zakte onder mijn voeten vandaan. We raken hem kwijt, dacht ik.” Na vijf minuten reanimeren, stelde een arts hen gerust. Junayd was er weer.

Als gezin samen zijn
“Dan wil je niet meer weg bij je zoontje”, zegt Karim. “Ook al wonen we dicht bij het ziekenhuis, we namen onze intrek in Ronald McDonald Huis Sophia Rotterdam.” Asma: “Hiervoor sliep een van ons bij onze oudste zoon Ayoub (5) thuis, en de ander in het ziekenhuis bij Junayd. Daar deed je geen oog dicht. Junayd sliep overdag en was ’s nachts wakker. Slopend. Eenmaal in het Huis konden we echt rust vinden en als gezin samen ‘thuis’ zijn. Een uitkomst. Ik weet niet hoe ik het anders had moeten volhouden.”
'In het ziekenhuis deed je geen oog dicht, ik weet niet hoe ik het zonder het Huis had moeten volhouden'

Dierbare vriendschappen
Karim: “In het begin bestelden we vaak eten, ons hoofd stond niet naar koken. Later leerden we steeds meer ouders en vrijwilligers in het Huis kennen. Met één koppel raakten we goed bevriend. We haalden samen boodschappen, kookten en aten met elkaar. Zij snappen het gevoel van waar je doorheen gaat, een buitenstaander begrijpt dat nooit volledig. Het werd familie. We spreken elkaar nog dagelijks.”
Na 6,5 maand in het ziekenhuis mag het gezin naar huis. “Junayd is een vrolijk kind, hij lacht veel en huilt weinig. Zijn ontwikkeling haalt hij langzaam maar zeker in. Hij heeft een Broviac-lijn waarmee hij zijn voeding binnenkrijgt. Dat verzorgen we zelf. Soms, bij verhoging, wordt hij weer opgenomen. Zorgen zullen we voorlopig nog houden. Maar we vinden steeds meer onze draai.”