Een blog voor Moederdag
Islean schrijft over haar tijd in Huis Leiden
Zondag 8 mei is het Moederdag. Een bijzondere dag, zeker voor de moeders die in de Ronald McDonald Huizen verblijven. Islean weet als geen ander hoe dit is. Toen haar zoontje Charlie 6 weken oud was, kreeg hij het RS-virus. Bij toeval is toen een zeldzame hartafwijking ontdekt. Speciaal voor Moederdag schreef ze een blog over haar ervaringen in Ronald McDonald Huis Leiden.
“Het Ronald McDonald Huis in Leiden leek bijna een vakantiehuis. Alsof we samen met allemaal onbekende gezinnen een kamer hadden gehuurd in een mooi B&B met prachtige tuin met een vijver met gigantische vissen. Mijn oudste zoon (2 jaar) vond het fantastisch daar. Eindeloos veel Lego, een klimrek met glijbaan, de vissen voeren in de vijver. Een soort van vakantie dus. Maar dan zonder zijn kleine broertje. Die moest in het ziekenhuis blijven slapen. Hij snapte het niet maar begreep het een klein beetje.
Het is een zomerse dag. In de hoek van de tuin zit een vrouw te huilen. Ze is aan het bellen. Ik wil niet afluisteren maar hoor het toch. Ze belt met haar moeder en het gaat niet goed met haar kindje, dat is duidelijk. Ik loop naar binnen, de keuken in.
Gisteren zag ik nog een stel ouders vertrekken, huilend, met al hun koffers maar met lege handen. Ik zag geen kindje en wist meteen genoeg. Brok in m’n keel. Gelukkig heb ik ook al veel blije gezinnen het huis zien verlaten. Toch wordt het me even te veel.
Ik loop naar “mijn” koelkast en pak de fles wijn die mijn man gister voor mij gekocht heeft. Ik pak een wijnglas en schenk een glas witte wijn in. Met mijn glas loop ik de tuin in en ga zitten in de avondzon. Een tafeltje verderop zit ook een vrouw, toevallig ook aan een wijntje. Die zal ook een zware dag gehad hebben gok ik zo.
Ik kijk haar aan en maak een proost gebaar. Ze proost terug. En daar, op dat moment, onder deze bizar heftige omstandigheden ontstaat een soort vriendschap. Ook een moeder met een ernstig ziek kindje, ook een hartafwijking. Die ook liever met haar gezin thuis Moederdag had gevierd. Met lieve knutselwerkjes en mislukte croissantjes uit de oven.
We beginnen te praten over de IC-verpleegkundigen en zij doet er eentje na. Het is hilarisch en ik moet lachen. Dat lees je goed, ik moest lachen. Ik kan het nog. Dat is wat deze plek, het Ronald McDonald Huis, met je doet. Het is letterlijk een “thuis ver van huis” waar je even op adem kan komen. Lachen tussen de tranen door.
Het is niet dat je je zieke kindje even vergeet, dat is onmogelijk, maar het zijn de kleine dingen: een lieve groet van een vrijwilliger, de basisschool in de buurt die koekjes heeft gebakken, een cadeautje voor de deur op Moederdag.
Na bijna 5 maanden te hebben verbleven in meerdere Ronald McDonald Huizen om zo dichtbij Charlie te kunnen zijn, weet ik: kleine lichtpuntjes zijn ook lichtpuntjes. Het zijn de kleine dingen die de zware momenten net ietsje lichter maken.
Het was altijd een ver-van-mijn-bed-show. De kinderziekenhuizen, de Ronald McDonald Huizen. Ik wist er (gelukkig) weinig vanaf. Ik zag altijd wel een donatie potje staan bij de McDonald’s. Eigenlijk gooide ik altijd zonder na te denken mijn wisselgeld in dat potje voor de Ronald McDonald huizen. Nooit echt bij stilgestaan waar het precies voor was. Nu gooi ik niet alleen mijn wisselgeld erin, maar pak ik er nog een briefje bij. Omdat ik zó dankbaar ben dat dit bestaat. De Ronald McDonald Huizen zijn écht een warm thuis met sfeervolle huiskamers, de mooiste speeltuinen en de liefste vrijwilligers.''