Acht maanden lang verhuist de babykamer
met de tweeling naar opa en oma
Als Jort (3) wordt opgenomen in het ziekenhuis in Leiden, logeren zijn Zwolse ouders in het nabijgelegen Ronald McDonald Huis. Zijn tweelingzusjes van zeven maanden verhuizen naar opa en oma. “De tweeling kwam liggend als baby bij ons en liep na acht maanden zelf de deur uit.”
Jort heeft sinds zijn geboorte een zeldzame bloedziekte, waarvoor hij een beenmergtransplantatie nodig heeft. Er is echter geen donor. Oma Ineke: “Toen onze dochter Esther zwanger raakte van een twee-eiige tweeling was Jort net twee jaar. Er was heel goede hoop dat een van de baby’s donor zou kunnen zijn.”
Geen match
De tweeling Eef en Cato wordt geboren. Ze zijn allebei gezond, maar geen match voor Jort. Zijn toestand verslechtert; door de ijzeropstapeling gaan zijn organen hard achteruit. Ineke: “Jort zat heel vaak bij mij. Als hij pijn had, vroeg hij naar oma’s toverhanden om zijn pijn te verzachten.” Het duurt een halfjaar voordat er in het buitenland een stamceldonor is gevonden. Het is vanzelfsprekend dat opa en oma voor de tweeling zullen zorgen tijdens Jorts ziekenhuisopname. En dus verhuist de hele babykamer naar opa en oma. Wat vijf tot acht weken zou duren, wordt uiteindelijk acht maanden. Ineke: “Bij ons kregen ze tandjes en gingen ze staan.”
Zorg delen
Volgens opa Theo was het een zware tijd, maar wel een heel mooie. “Ongevraagd kregen we veel hulp. De band met familie, vrienden en buren was zo sterk. Ze kwamen de hond ophalen, opruimen en eten maken.” Zo klein als de wereld is voor Jort en zijn ouders, zo veel aanloop hebben opa en oma. Zelfs Inekes moeder van 85 komt elke ochtend op de fiets langs om een van de kinderen uit bed te halen en ontbijt te geven. Theo: “Ik heb in drie generaties zorg gezien, maar ook veel verdriet. Je hebt je eigen zorgen, maar ziet ook het verdriet van je kind of je kleinkind. De zorg met elkaar delen was heel mooi. We kregen nog meer respect voor elkaar. Maar de oorzaak was erg.”
Uitje
Na een paar maanden komt het besef dat er een andere aanpak nodig is. Ineke wil zo graag naar Jort, maar heeft wel de zorg voor de tweeling. Veel mensen bieden aan om op te passen, zodat oma elke woensdag met de trein naar Leiden kan. “Dat was een uitje. En Esther en Peter konden ook even weg.” Ineke logeert zelfs een nachtje in Huis Leiden. “Dat voelde zo fijn! Toen de rust was weergekeerd, werd ik vrijwilliger in Huis Zwolle. Ik heb gezien hoe belangrijk het was.” “Het gaat nu goed met Jort”, vertellen opa en oma trots. “Hij is inmiddels elf jaar, sterk en zo lief. En hij vraagt af en toe nog steeds om oma’s toverhanden.”