Dag en nacht in het Huis

Alie weet hoe belangrijk het Huis is. In 2010 werd haar kleindochter Milla van vijf maanden opgenomen met een hersentumor. Haar zoon en schoondochter verbleven met tussenpozen anderhalf jaar in Huis Amsterdam. Tot hun grote verdriet is Milla na 19 maanden overleden.

“Elke dag om half twee reden mijn man en ik naar Amsterdam”, vertelt Alie. “We gingen met het eten heen en met de was weer terug. Dat was onze routine en het enige dat we konden doen.” In die tijd bouwde Alie een bijzondere band op met Nanda, de toenmalige manager van Huis Amsterdam. Zij beloofde haar dat ze vrijwilligerswerk voor het Huis zou gaan doen.

Bijzondere nachtdiensten

Alie: “Overdag zijn er altijd twee vrijwilligers aanwezig en heb je minder contact met de ouders. Die zijn natuurlijk veel bij hun kindjes in het ziekenhuis en in het Huis zijn ze bezig met ontbijten of koken. Vrijwilligers hebben dan ook hun takenlijstje, zoals toiletten poetsen, de was doen, een kamer schoonmaken of een intake doen. ’s Avonds zit je als vrijwilliger in de vrijwilligersruimte. Ouders lopen dan gemakkelijker even naar je toe om hun verhaal te vertellen, voor een bakje koffie, maar ook voor praktische zaken. Als je alleen bent, komen ouders sneller naar je toe en de gesprekken zijn vaak ook persoonlijker.”

Nagellak en lectuur

Alie wil ouders graag ontzorgen en verzorgen. Regelmatig neemt ze voor de gasten een gehaktballetje mee of een bakje fruit van thuis. “Een klein gebaar”, vindt ze zelf. Ook organiseerde ze een ‘meidenavond’. “Dan neem ik nagellak en leuke lectuur mee, zodat de jonge moeders even tijd voor zichzelf hebben.” Als gasten bij vertrek aangeven: ‘wat hebben wij het ondanks de verdrietige tijd goed gehad in het Huis’, weet Alie waarvoor ze het doet.