
Tirza en Linsey: vrijwilligers Huis VUmc
Tirza en Linsey zijn sinds 1 maart 2015 maatjes op de vrijdagochtend. Dat was Tirza’s eerste dag, Linsey was toen al bijna vijf jaar vrijwilliger bij Ronald McDonald Huis VUmc. Het klikte meteen tussen de twee.
Linsey: ‘Ik was net begonnen met de opleiding tot politieagent en wilde er graag iets naast doen. Ik had voor die tijd nog nooit gehoord van een Ronald McDonald Huis. Ik vond het fijn om contact te hebben met de gasten, dat je echt iets voor ze kan doen. Ik dacht toen dat ik het alleen tijdens mijn opleiding zou doen, maar ben blijven hangen. En al die tijd werk ik op vrijdagmorgen. Eerst wekelijks, maar sinds de geboorte van mijn zoon Toby ben ik om de week gaan werken.’ Tirza: ‘Ik had toen veel vrije tijd. Mijn kinderen werden al groter, ze zijn nu 17 en 14 jaar. Via een vrijwilligerswerk-site ben ik hier toen terecht gekomen. Daarvoor kende ik het Huis helemaal niet, hoewel ik er vaak langsgereden ben.’
Linsey: ‘Mijn vorige maatje ging weg en het Huismanagement ging op zoek naar een nieuwe. Ik had drie sollicitanten rondgeleid en zei grappend tegen de manager dat de laatste wel op de vrijdagochtend zou mogen komen. Ze zei toen al dat Tirza interesse had in de vrijdagochtend. Dus vanaf het begin klikt het.’
Tirza: ‘We komen niet bij elkaar op visite, maar als we samen zijn is het altijd lekker bijkletsen. Ook hebben we regelmatig contact via Whatsapp.’ Eens per jaar wordt de vrijwilligers een musical aangeboden. Dan maken de twee maatjes er echt een uitje van: ‘Dan zitten we naast elkaar en gaan we lekker wat eten na afloop.’
Het is hier nooit saai
Hoewel de vrijwilligers een lijst met vaste werkzaamheden hebben, is geen dienst hetzelfde. Tirza: ‘We beginnen met de overdracht met de Nachtvrijwilliger. Daarna gaat Linsey de keuken in, voorraden aanvullen en schoonmaken. Ik ga een kamer doen en tussendoor doen we de was of checken we gasten uit. Ook geven we regelmatig een rondleiding aan sollicitanten.’ Linsey vult aan: ‘Soms hangen we een wasje op voor een gast, of wassen we een pan af. In principe moeten ze dat zelf doen, maar ik ben hier toch.’
Tirza: ‘Er zijn wel eens dagen waarop er iets minder gebeurd, maar het is hier nooit saai. Soms zijn er ook pittige momenten. Dat een hele familie bij elkaar komt omdat het slecht gaat met een kind, bijvoorbeeld. En er was eens een kindje dat ging overlijden. Haar oma kwam toen bij mij omdat ze haar verhaal kwijt wilde. Ze brak toen heel erg bij mij. Op dat moment bleef ik rustig, maar later kwam het bij mij ook echt binnen. Ik ben daar nog echt dagen mee bezig geweest, het heeft echt indruk op me gemaakt.’ Dan voegt ze er lachend aan toe: ‘We maken soms ook gekke dingen mee. Ik heb eens gehad dat mijn was gestolen is. Ik had een wasmachine aangezet met beddengoed en tien minuten later was de machine leeg en mijn was weg. We hebben overal gezocht, maar nooit meer teruggevonden. Wat wil je nou met vieze was?’
Hutten bouwen
Linsey: ‘Eén gezin is mij echt bijgebleven. Een meisje van twee jaar met een hersentumor kwam hier met haar ouders voor haar behandelingen. Tussen de bestralingen door kwam zij in het Huis. Een superlief meisje. Je zag echt aan haar dat ze heel ziek was. Door haar ziekte bleef ze achter in haar ontwikkeling en kon ze ook niet lopen. Haar vader heeft, denk ik, wel duizend rondjes met haar gelopen hier. Hij was onvermoeibaar vroeg haar: ‘wat ben je van papa?’ Dan zei het meisje tegen ons: ‘ik ben papa’s prinses’. Ze kwam echt heel vaak, maar werd beter en ze mocht naar huis. Waren we allemaal heel opgelucht. Binnen een week waren ze weer in het Huis en bleek dat ze door haar hele lijfje kanker had. Nog voor haar vierde verjaardag is ze overleden. Ik zal haar echt nooit vergeten.’ Het is even stil. Dan glimlacht Linsey: ‘Een ander gezin zal ik ook nooit vergeten. Zij waren ook maanden in het Huis, omdat hun zoon kanker in zijn knie had. Zijn zusjes wilden altijd met me spelen. Ik heb hele hutten met ze gebouwd. Zo leuk!’
Linsey vervolgt: ‘Het is heel bijzonder om dit werk te doen. Zo’n vrijwilligersmusical als bedankje is leuk, maar ik haal mijn zingeving vooral uit het Huis. Een meisje dat zakken fruit en nuttige dingen komt brengen, omdat ze zo blij is dat haar ouders hier mochten verblijven toen zij in het ziekenhuis lag. Die dankbaarheid is dan zo voelbaar.’ Tirza vult aan: ‘Ik denk dat wij niet eens kunnen bevatten hoe groot die dankbaarheid is. Voor ons is het maar een klein gedeelte van de dag. Voor de gezinnen is het zó belangrijk dat het Huis bestaat.’