Onwerkelijk en onbeschrijflijk
Opeens waren het ziekenhuis en het Huis onze wereld
Even de arm van je vriendje vasthouden, omdat zijn e-bike harder gaat dan jouw fiets, welke puber doet dat nou niet? Brugklasser Quinten had domme pech: hij was niet sneller thuis, maar belandde zwaargewond op de IC. “Opeens waren het ziekenhuis en het Huis onze wereld, onwerkelijk en onbeschrijflijk”, blikken Colette en Roland terug. “Het zag er heel slecht uit, Quinten heeft echt een beschermengel gehad.”
Het is de nachtmerrie van iedere ouder: dat ene telefoontje dat je kind een ernstig ongeluk heeft gehad. Colette: “Ik wilde niet mee naar het ziekenhuis, ik weigerde te geloven dat het Quinten was en kon het niet bevatten. Hij had de domme pech dat er ook nog een scooter tegen zijn hoofd aan reed toen hij op de grond lag.”
Op de IC constateren ze hersenletsel, een schedelbreuk en diverse andere verwondingen. Een operatie volgt en Quinten wordt dagenlang in slaap gehouden. Colette: “Wordt hij nog zelf wakker? En hoe is hij er dan aan toe? Het zag er niet goed uit. De artsen hadden wel hoop, omdat hij nog zo jong was, maar konden niet zeggen welke kant het op zou gaan. Onze wereld stortte in.”
Joggingbroek
Gelukkig komt Quinten langzaam weer bij bewustzijn en voorzichtig begint de lange weg naar herstel. Colette en Roland verblijven ondertussen in het Huis. Colette: “Mijn eerste gedachte? Ik wil hier helemaal niet zijn! Maar na een paar dagen vond ik het fijn om zo dicht bij Quinten te kunnen zijn. Als hij ons nodig had, stonden we binnen een paar minuten naast zijn bed. Het Huis was ons toevluchtsoord, onze veilige bubbel. Waar we even tot rust konden komen en konden opladen door normale dingen te doen, zoals de was, samen eten of dom tv-kijken. Waar niemand ervan opkijkt als je huilt of in joggingbroek naar het ziekenhuis loopt, omdat iedereen begrijpt wat je doormaakt. En waar de belangstelling voor ons en Quinten als een warm bad voelde.”
‘Het Huis was onze veilige bubbel. Waar we tot rust konden komen en opladen’
Chips in bed
Dochter Romee voelt zich ook thuis in het Huis. Colette: “Mijn schoonzus en zwager woonden al die tijd in ons huis, zodat Romee gewoon naar school kon. Elke dag kwamen ze met haar bij Quinten op bezoek en in de weekenden sliep Romee bij ons in het Huis. Dan was er tijd om samen te ontbijten en ’s avonds te knuffelen. Romee vond het fantastisch dat ze hier chips in bed mocht eten. We beseffen nu nog meer hoe belangrijk het is om te genieten van zulke kleine dingen.
Zoals we ook genoten van de onverwachte dingen die mensen zomaar voor ons deden: vrijwilligers die arretjescake bakken, ondernemers die een doos broodjes langsbrengen, oud-gasten die fotolijstjes met een kaarsje voor de deur neerzetten. Zo bijzonder.”
Weer fietsen
Na zijn verblijf in het ziekenhuis wordt Quinten overgeplaatst naar een revalidatiecentrum. “Het is nu drie maanden geleden sinds het ongeluk en Quinten is nog steeds aan het revalideren. Psychisch is hij er nog lang niet. Hij is bijvoorbeeld snel overprikkeld en kan zich slecht concentreren. Maar hij moet een beschermengel hebben gehad, want fysiek heeft hij zeer weinig overgehouden aan het ongeluk. Hij durft zelfs weer te fietsen. Hem durven loslaten is erg moeilijk, maar wat zijn we dankbaar dat hij er zo goed uit is gekomen.”