In het Huis deelden de WKZ-matties
maandenlang dezelfde gang én zorgen
Anna, Raphaël en Thom vinden elkaar maar wat interessant en kruipen gezellig rond. Aan de drie vrolijke baby’s is niet te zien dat ze een jaar geleden dezelfde moeilijke start hadden. Hun ouders deelden ondertussen maandenlang dezelfde gang in het Ronald McDonald Huis met elkaar, én hun zorgen. Deze ‘WKZ-matties’ zijn nu voor het eerst samen terug in Huis Utrecht. Rianne: “Ik zag ertegen op, maar het voelt als een warme deken.”
Rianne en John komen in het WKZ terecht omdat Thoms bloedsuikergehalte bij zijn geboorte veel te laag is. Terwijl Thom wekenlang aan een infuus ligt en epileptische aanvallen krijgt, slapen zijn papa en mama dichtbij: in het Tuinhuis. In kamer 002 naast hen zitten Cor en Mariska maandenlang in spanning over hun met 26 weken veel te vroeg geboren dochter Anna. “Ze lag in isolatie door een bacterie en kreeg een longontsteking”, vertelt Mariska. “Ze woog minder dan een kilo.” Jan en Joanne in kamer 001 weten precies hoe zij zich voelen. Hun zoon Raphaël komt al met 24 weken ter wereld en moet bijna vier maanden in het WKZ blijven. Jan: “Het is geweldig dat het met alle drie nu supergoed gaat en dat ze er niks aan overgehouden hebben.”
Nachtmerries
Voor ouders geldt dat helaas niet altijd. Zo heeft de zieken- huisperiode diepe sporen achtergelaten bij Rianne. “Ik had zoveel last van nachtmerries, dat ik EMDR-therapie kreeg.
We hadden vooraf totaal geen rekening gehouden met wat er allemaal kon misgaan en wisten niet wat ons overkwam. De verloskundige die mij in het Huis hielp, was een halve therapeut voor ons. Dat was heel fijn, want ik wilde hier helemaal niet zijn, ik wilde terug naar mijn normale wereld. Alleen kletterde ik eenmaal thuis zelf onderuit en kwam ik in een rolstoel terecht. Sinds kort loop ik weer. Met gezonde spanning ging ik vandaag deze kant op, maar ik krijg direct weer het warme gevoel van toen.”
'In het Huis werden we zo warm ontvangen, de vrijwilligers luisterden naar ons verhaal'
Troostdeken
Ook Joanne had het zwaar, haar moeder overleed kort na hun thuiskomst. En ook toen waren de WKZ-matties er voor haar. “We leven mee met elkaar, want we weten wat de ander heeft doorgemaakt. We horen bij dezelfde club. Dat doet je wel echt goed. Iedereen denkt dat je zorgen voorbij zijn als je eenmaal thuis bent, maar dan begint het pas.” In het Huis vonden de ouders ook veel steun bij de vrijwilligers. Mariska: “We werden zo warm ontvangen, ze luisterden naar ons verhaal en gaven ons een troostdekentje. Voor ons een bijzonder geschenk, omdat we nog niks hadden voor Anna.” Samen eten deden ze vaak, maar ook dat er bedrijven zijn die in het Huis koken, waardeerden ze zeer. Cor: “Ik had al drie dagen bijna niet gegeten toen er een heel buffet klaarstond, dat was zo welkom.”
Eeuwigheid
Het is pas een jaar geleden dat ze allemaal hier waren, maar het voelt als een eeuwigheid, concludeert Cor. “Die periode ligt gelukkig ver achter ons. Al voelt het Huis wel direct weer als thuis, heel warm.” De zes vrienden hebben de smaak te pakken en besluiten hun trip down memory lane voort te zetten met een bezoekje aan het WKZ. John: “Ze zullen wel opkijken als we allemaal tegelijk binnen komen lopen met de kinderen. Ben benieuwd of ze ons nog herkennen.”