‘We konden er onszelf zijn en dat voelt zo bijzonder’
Bijzondere situatie smeedt bijzondere banden
‘Je kunt je niet voorstellen hoe belangrijk het Huis is als je er niet zelf hebt gezeten. Ik weet niet hoe we het anders hadden moeten redden, dicht bij je kind zijn is het allerbelangrijkste wat er is. Duizend keer dankjewel zeggen is nog niet genoeg voor alles wat de mensen in Huis Utrecht voor ons deden.’ Bastiaan moet even slikken als hij terugdenkt aan die spannende maanden na de geboorte van hun ‘hartekind’ Zev.
Kamer te klein
Bastiaan en Lieke genoten van hun eerste zwangerschap, na jaren was het eindelijk gelukt om zwanger te worden. De twintigwekenecho gooide echter roet in het eten. Hun zo gewenste kindje bleek het hypoplastisch linkerhartsyndroom te hebben, oftewel een onderontwikkeld linker hart. Bastiaan: ‘We stonden voor een onmogelijke keuze: laten we ons kind komen of niet?’ Ze besloten samen ervoor te gaan nadat bleek dat behalve zijn hart verder alles goed was. Lieke: ‘Na de geboorte van Zev –wat wolf of kracht betekent- stonden er wel vijftien man in mijn ziekenhuiskamer, allemaal muisstil en klaar om Zev de medische mallemolen in te trekken. “Mag ik eerst even zijn piemeltje zien?” vroeg ik, dat brak het ijs’, lacht Lieke.
Ziekenhuiskamer
Drie dagen konden ze van Zev genieten, daarna volgde zijn eerste openhartoperatie. ‘We kregen een opgeblazen poppetje terug dat alleen geluidloos kon huilen. Het was heel kritiek, maar gelukkig ging het daarna steeds beter.’ Zes weken lag Zev op de IC, gevolgd door zes weken op de verpleegafdeling. ‘Daarna ging het zo goed met hem dat we vroegen of we een nachtje met z’n drietjes mochten doorbrengen. De arts zei: ”Ik heb een beter idee, jullie mogen thuis zijn tweede operatie afwachten.” Zo spannend maar ook zo fijn! Hoewel we het ook moeilijk vonden om na bijna vier maanden weg te gaan uit het Huis vanwege de vrienden die we daar moesten achterlaten.’
Huisgenoten
Corona maakte bezoek moeilijk, zowel in het ziekenhuis als in het Huis. Bastiaan en Lieke waren daardoor vooral op elkaar en de mensen in het Huis aangewezen. Die bijzondere situatie smeedde bijzondere banden, vertelt Bastiaan: ‘Je leeft met de andere ouders in een bubbel. Met Kewali kon ik als vaders onder elkaar alles delen.’ Lieke vult aan: ‘De mensen die er werken, maken het verschil. Ze waren er altijd voor ons, het zijn echt schatten! Ze regelen alles voor je, vragen hoe het met je gaat, steken een kaarsje voor je aan. Al die liefdevolle dingen die ze voor je doen zijn overweldigend. Huismanagers Lies en Kaat hebben een plek in ons hart. Het Huis werd echt ons thuis.’
Huiskamer
Ook de vele faciliteiten waardeerden Bastiaan en Lieke zeer. ‘Heerlijk dat er restaurants waren die verse maaltijden bezorgden, zo konden we langer bij Zev zijn omdat we niet hoefden te koken,’ vertelt Lieke. ‘Vanuit het Huis en de Huiskamer kon ik als docent gewoon les blijven geven,’ vult Bastiaan aan. Hun kamer maakten ze meteen eigen met kaarten, foto’s en zelfs een schilderij. ‘Je hebt die eigen plek zo hard nodig om uit te rusten en op de been te blijven voor je kind. Het Huis is gewoon een basisbehoefte waar eigenlijk geen donaties voor nodig zouden moeten zijn.’ En hoe is het nu met Zev? ‘Hij doet zijn naam eer aan, het is een belachelijk sterk ventje’, zegt Bastiaan trots.