Noud kreunt continu, het geluid is ondraaglijk voor een moederhart
Carolien is 20 weken zwanger van een tweeling als tijdens een controleafspraak blijkt dat een van de kindjes in haar buik is overleden. Vijf weken daarna wordt ze in het Erasmus MC-Sophia opgenomen, waar ze een maand later bevalt van twee jongetjes. Mees wordt stil geboren, Noud is 840 gram en wordt opgenomen op de neonatologie intensive care (ICN). Op de vijfde avond stopt Noud steeds met ademen en gaat er een alarm af.
Noud heeft een bacterie in zijn bloed en zijn bloeddruk is zo laag dat zijn darmen en nieren stil komen te liggen. Carolien ligt zelf nog in het ziekenhuis, maar fluistert tegen haar kindje: “Ik laat je niet alleen, ik blijf elke seconde bij je.” Noud kreunt continu. Het geluid is ondraaglijk voor het moederhart van Carolien, die verscheurd wordt tussen Noud die vecht voor zijn leven en Mees van wie ze afscheid moet nemen. De toestand van Noud verslechtert, dus leggen de artsen hem aan de beademing. Het is een opluchting voor Carolien: “Toen had hij rust en het gekreun stopte.”
Op de begrafenis van Mees zijn Carolien, haar man Raoul en hun drie oudere kinderen kort bij elkaar. Na afloop haast ze zich weer naar Noud op de ICN, die daar uiteindelijk zes weken zal liggen. Gedurende die tijd verblijft Carolien in het Ronald McDonald Huis. Raoul zorgt er thuis in Zeeland voor dat het dagelijks leven van hun andere kinderen zo goed mogelijk blijft doorgaan.
Liefdevol opgevangen
In het Huis kampt Carolien met een borstontsteking. Ze is te ziek om Raoul en de kinderen te zien, ze wil alleen maar slapen. Ze vraagt om een thermometer, omdat ze hoge koorts heeft. Er wordt op haar kamerdeur geklopt en iemand van het management komt binnen met een dienblad. Daarop ligt de gevraagde thermometer, maar er staan ook een pakje crackers, een potje jam en een kopje thee op. Carolien: “Ik had daar niet om gevraagd, maar het was zo’n onverwacht groot gebaar. Ze zorgden voor me toen ik dat zelf niet kon, kwamen bij me zitten en vroegen hoe het mij ging. Het is een dierbare herinnering.”
Andere ouders in het Huis merken dat Carolien meestal alleen is en nodigen haar uit om bij hen aan te schuiven. Carolien: “Ik heb zoveel fijne mensen ontmoet in het Huis, er was altijd een luisterend oor. Ik werd aan alle kanten liefdevol opgevangen.”
‘In het Huis zorgden ze voor me toen ik dat zelf niet kon, een onverwacht groot gebaar’
Pijn van het verlies
Als Noud wordt overgeplaatst naar het ziekenhuis in Goes, kan ook Carolien naar huis. Hier kan ze tien weken later haar jongste zoon eindelijk in zijn eigen bedje leggen. Twee jaar later is Noud nog steeds een beetje klein, maar het gaat goed met hem. Carolien geniet van het kleine mannetje, maar voelt de pijn van het verlies van Mees nog steeds. Carolien: “Als ik Noud knuffel, dan mis ik Mees. Hij hoort er altijd bij.” Ze denkt met warme gevoelens terug aan haar verblijf in Rotterdam. “Ik heb daar het slechtste en het mooiste van het leven meegemaakt. Ik ben er heel bang geweest en heb er veel verdriet gehad, maar door de steun en liefde van alle mensen daar voel ik me altijd fijn als ik er in de buurt ben. Het voelt als thuis.”