Mama
Het is nog geen negen uur, maar ik zie al een meisje voor de glazen deur heen en weer springen. Ze tuurt naar binnen en dan belt ze aan. Als ik open doe glipt ze naar binnen en kijkt me verwachtingsvol aan. Ze lijkt me een jaar of zes. Haar vader komt haastig aangelopen en verontschuldigt zich: “Ze mocht pas bellen als het negen uur was…maar ja ze wou zo graag en we zijn hier al vanaf zeven uur vanochtend. D’r zusje wordt vandaag geholpen vandaar. Ja dan moet je vroeg zijn en zij kon niet naar school, dus vroeg uit d’r nest, want ’t is twee uur rijden.”
Als ik zeg dat we dan gewoon nu open zijn ontspant hij zich wat en helpt zijn dochter met haar naam op haar kastje te schrijven: Romilia. Romilia spurt vervolgens het Speeldek op en rent langs de spullen, als een hondje dat alles even wil besnuffelen. Ze remt af bij de poppenhoek en nestelt zich daar. Genietend zet ze een badje klaar en begint de poppen uit te kleden. Binnen enkele minuten is ze in haar eigen poppenwereld verdwenen. Haar vader staat hun gegevens in te vullen. Romilia gaat bij hem staan en duwt een half aangeklede pop onder zijn neus. Verstrooid kijkt hij op en begint de pop voor haar aan te kleden. “Neehee uit, het moet uit!!” Dan neemt hij even de tijd om te zien wat de bedoeling is en zoekt geduldig naar een minuscuul knoopje van het poppentruitje en maakt het los. En weg is ze weer…
Als hij klaar is met invullen, zegt Vader wat ongemakkelijk: “Ja nou, er zijn niet echt bijzonderheden, maar toch één ding, eh…. ze mag alleen door mij worden opgehaald. Dus niet door haar moeder en ook niet door Oma. Ja ,ik denk er aan omdat haar zussie geopereerd moet worden en op de een of andere manier pikt de moeder dat toch vaak op en dan zou het me niet verbazen als ze hier ging rondlopen vandaag.”
Dan begint hij te vertellen en gaandeweg wordt duidelijk wat er speelt. Moeder heeft psychische problemen en heeft het ouderlijk gezag niet meer. Het gezin heeft een nare periode gehad en uiteindelijk is besloten dat de kinderen bij hun vader blijven wonen. Ze mogen hun moeder een keer per maand zien onder begeleiding van iemand van Jeugdzorg. Dan doen ze spelletjes en andere leuke dingen.
”Maar het gaat goed met ze en ze laten eigenlijk helemaal geen moeilijke reacties zien of zo”, besluit Vader zijn verhaal. ” Dan hebben jullie heel wat meegemaakt met elkaar.” zeg ik voorzichtig. “Ja en dan zaten we ook nog hier, want de jongste moest na de geboorte heel lang in het Sophia en wij logeerden in het huis hier. Ja ik ken het hier van binnen en van buiten.”
We praten nog wat en ondertussen vormt zich in mijn hoofd een plaatje van dit gezin waarin al zoveel mis is gegaan, waarin iedereen met zijn eigen portie verdriet zit en waar vader zijn best doet om alles op de rit te houden.
Hij moet verder enneemt afscheid van Romilia . Daarna blijft hij nog wat drentelen. Bellen jullie wel als er iets is?” vraagt hij nog en “O ja, ze is heel creatief, als ze mag knutselen is het altijd goed.” Dan stapt hij de grote hal in op weg naar nieuws over zijn andere dochter, “het zussie”.
Romilia is nog steeds heerlijk aan het spelen met de poppen. Ze lijkt niet meegeluisterd te hebben, maar dat is niet zeker. Kinderen zijn goed in afluisteren tijdens het spelen. Ik zie dat ze meerdere “kamertjes” heeft ingericht. Ze heeft kleertjes opgevouwen, boekjes uitgezocht voor de poppenkinderen en in de keuken heeft ze bordjes eten neergezet. Ze is niet lang op één plek, maar vliegt van het een naar het ander. Ze vraagt niet één keer om hulp en als ze mijn blik af en toe ontmoet, kijkt ze me even aan, maar niet op een uitnodigende manier. Mijn collega gaat even bij haar in de buurt zitten en stelt wat vragen over wat ze aan het doen is. Daar komt weinig reactie op en ze besluit haar dan ook maar met rust te laten.
Het volgende kind dat binnenkomt is een vijfjarig jongetje dat Berend heet en meteen grote belangstelling voor de auto’s en de treinbaan laat zien. Ik schat de kans op een match met Romilia laag in. Berend kletst gezellig en heeft allerlei vragen over het speelgoed.
Hij gaat ook eens buurten bij Romilia en kijkt aandachtig naar wat ze allemaal doet. Binnen korte tijd zijn ze samen aan het spelen. Dit spel wordt dynamisch en wild en de eerst zo geordende poppenmoeder rent keihard achter de dief aan die haar eten heeft gestolen. Er wordt een auto en een motor bij gepakt en ze rijden schreeuwend en lachend achter elkaar aan. Opvallend is dat ze geen moment over de grenzen gaan en niet een keer over elkaar komen klagen. Ik geniet van hun spel en van Romilia, die zich er vol enthousiasme instort en ineens veel zorgelozer lijkt.
Er zijn inmiddels meer kinderen gekomen en na een tijdje willen ze allemaal verven. Grote vellen papier en allerlei kleuren verf komen op tafel. Inmiddels ben ik als juf op het Speeldek zelf ook een beetje door de wol geverfd, dus ze mogen van mij om te beginnen maar drie kleuren kiezen. Dit om te voorkomen dat kinderen acht kleuren kiezen, alles door elkaar roeren, vier bruine strepen zetten en er dan mee stoppen. “Waarom drie?” vraagt Romilia,“ Ik heb er zeven nodig, want ik ga een regenboog maken.” Na wat uitleg gaat ze akkoord en ik zie dat ze ingespannen zit te werken en het ook heel netjes doet. Al snel geef ik haar de andere vier kleuren erbij. Als ik na een tijdje weer bij haar kom kijken, vertelt ze dat ze onder de regenboog een roze flamingo heeft getekend.” Hij lijkt een beetje op een zwaan, maar dat geeft niet”, vindt ze. Bij kinderen die klaar zijn schrijf ik hun naam in een hoek van het papier. Romilia is nog druk bezig. Dan zie ik dat ze met grote letters MAMA boven haar regenboog heeft geschilderd.