
Voor controle langs de verloskundige
En vervolgens maanden van huis
Ester en Paul zijn de trotse ouders van Tijs (5) en willen dolgraag een tweede kindje. Na enkele miskramen en een afgebroken zwangerschap raakt Ester spontaan zwanger van Merel (1). Die zwangerschap gaat goed tot week 23, dan komt er slecht nieuws. Een spoedoperatie volgt en Ester slaapt vervolgens maanden in Ronald McDonald Huis Sophia Rotterdam. “Het is een plek waar je niet wilt zijn, maar je kunt écht niet zonder.”

“Op een forse misselijkheid na, verliep de zwangerschap voor een lange tijd ongecompliceerd”, vertelt Ester. “Wel kreeg ik al veel sneller dan bij de zwangerschap van Tijs last van een drukkend gevoel in mijn onderbuik. Na een normale werkdag kreeg ik wat hoofdpijn en merkte ik licht bloedverlies op. Ik ben toen voor de zekerheid naar de verloskundige gegaan, maar op de echo was niets bijzonders te zien.”
Door Esters voorgeschiedenis verwees de verloskundige haar door naar het ziekenhuis. Ester: “Ik heb Tijs nog snel van de bso gehaald en bij de buurvrouw gebracht. Niet wetende dat ik maanden later pas weer thuiskwam.”

Veel te vroeg
In het Amphia Ziekenhuis in Breda zagen artsen via een inwendige echo direct dat het foute boel was. Ester: “De vliezen kwamen naar buiten en de baarmoedermond stond iets open. Ik was toen 23 weken en 3 dagen zwanger.” Ester onderging een spoedoperatie om de baarmoedermond kunstmatig te sluiten en de bevalling zo lang mogelijk uit te stellen. Twee dagen later werd ze naar het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam overgeplaatst. Daar is Merel via een keizersnede geboren. Ester: “Je moet al je verwachtingen bijstellen van hoe een baby er doorgaans uitziet. Merel was zo klein en kwetsbaar. Toch deed ze het naar omstandigheden goed.”
Op de IC-afdeling van Neonatologie kreeg Merel na een paar weken een levensbedreigende darmontsteking. Ze werd meteen geopereerd. Een team van artsen en verpleeg-kundigen vocht voor haar leven. Merel heeft moeten strijden. Ester: “Als het even kon, hielden Paul en ik haar tussendoor urenlang vast voor huid-op-huidcontact.” Aan de beademing in die periode heeft Merel blijvende longschade over-gehouden. Met haar darmpjes gaat het inmiddels goed.
‘De steun die we in het Huis kregen was hartverwarmend, ik zou niet weten hoe ik het zonder had gered’

Nieuwe vrienden
Merel lag bijna vijf maanden in het Sophia Kinderziekenhuis en dankzij het Huis kon Ester dag en nacht bij haar in de buurt zijn. Ester: “Paul en Tijs kwamen op woensdag en in het weekend langs. De laatste maand draaiden Paul en ik de rollen om. Doordat één ouder thuisbleef, konden we nog een normaal ritme aanhouden voor Tijs.” Vanwege het coronavirus was het niet mogelijk om bezoek te krijgen van familie. Ester: “Terwijl je juist in zo’n heftige tijd behoefte hebt aan fysiek contact. De steun die we kregen van de medewerkers en vrijwilligers was hartverwarmend. En de andere ouders in het Huis zijn als een nieuwe vriendengroep gaan voelen. Ik zou niet weten hoe ik het zonder het Huis had gered.”
Hoopvolle toekomst
Merel heeft na haar opname in Rotterdam nog enkele dagen in Breda gelegen. Vanuit daar mocht ze eindelijk naar huis, waar ze liefdevol werd verwelkomd door grote broer Tijs. De familie is hoopvol dat het vanaf nu beter gaat. “Merel is vrolijk, ondernemend, ondeugend én behoorlijk eigenwijs. Het is een pittig meisje dat de hele dag ‘papa’ en ‘mama’ roept. Sinds een paar dagen zegt ze ook ‘Tijs’ en ‘hi hi’. Dat zijn goede geluiden.”
Help mee en doneer
