Opa's en oma's to the rescue
een rots om je aan vast te klampen
Overnachten in het Ronald McDonald Huis? Liever niet, dachten Kees en Hanneke, die aanvankelijk een soort hostel vol stapelbedden voor zich zagen. Toch zijn zij nu blij met een comfortabel logeeradres op nog geen vijf minuten van hun zieke baby Dennis. Als achtervang helpen ook de opa’s en oma’s mee, als oppas voor hun andere kinderen en steun in de rug. “Zonder hen hadden we dit nooit vol kunnen houden.”
Haar eerste twee zwangerschappen en bevallingen verliepen al wat moeizaam. Maar daaruit kwamen uiteindelijk twee kerngezonde dochters: Dianne (5) en Elin (2,5). Kees en Hanneke hoopten met de komst van hun derde kindje nu eindelijk ook eens die spreekwoordelijke ‘roze wolk’ mee te maken.
Hoefijzernier
Het liep anders. Al rond de dertig weken ging het mis. Een groei-echo, ingepland vanwege een verhoogd risico op een te kleine baby, bracht nog meer narigheid dan alleen een groeiachterstand aan het licht. Om te beginnen een darmafsluiting en een ‘hoefijzernier’, waarbij de onderkanten van de linker- en rechternier aan elkaar zijn gegroeid en zo feitelijk slechts één nier vormen. Met mogelijk nóg meer aangeboren problemen.
Geen fijne boodschap. Ook al niet omdat de specialistische zorg die hun toen nog ongeboren zoontje Dennis nodig zou hebben in de buurt van hun woonplaats nergens te verkrijgen is. Daarvoor zouden ze moeten uitwijken naar het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam. Minimaal een uur rijden, mét file bijna het dubbele.
Verlossend gehuil
Het Ronald McDonald Huis bood hun een mooi alternatief. Al zag Kees dat eerst totaal niet zitten. “Ondanks de hulp van onze ouders braken de vele ritjes van en naar het ziekenhuis mij dermate op dat ik alsnog instemde met een rondleiding. Amper halverwege was ik al om.” Gelukkig maar, want nog geen twee weken later volgde een superstressvolle bevalling. Hanneke: “Even spande het erom of Dennis überhaupt levensvatbaar zou zijn. Zijn hartslag daalde in rap tempo, waardoor ik met spoed aan de weeopwekkers moest. Maar toen hij eenmaal geboren was, klonk direct zijn verlossende gehuil.”
''Dennis is nog nooit voorbij de klapdeuren van het ziekenhuis geweest.''
Opnieuw kantje boord
Lang konden zijn ouders niet genieten van hun kleine hummel. Na twintig minuutjes buidelen werd Dennis opgehaald voor een ingrijpende darmoperatie. Hanneke: “Zes weken na deze operatie zou Dennis van het infuus af mogen, omdat zijn maag dan weer voldoende hersteld zou zijn om zelfstandig voedsel op te nemen. Maar een bloedvergiftiging in de tweede week gooide roet in het eten. En de antibiotica die hij kreeg om de sepsis die hierop volgde te bestrijden, leidden op hun beurt tot nierfalen, waardoor het opnieuw kantje boord was.”
“Zo gaat het nu al weken”, verzucht Kees. “Elke keer wanneer hij aan de betere hand lijkt, gebeurt er weer iets waardoor we alsnog niet naar huis mogen. Dennis is zelfs nog nooit voorbij de klapdeuren van het ziekenhuis geweest.” Dankzij het Ronald McDonald Huis staan ze gelukkig in no time naast Dennis’ bedje. Althans, één van hen. Want zo goed en zo kwaad als het gaat, proberen ze hun meiden ook nog iets van een normaal leven te geven.
Gouden randje
De opa’s en oma’s, inmiddels ook vaste bezoekers van zowel het ziekenhuis als het Ronald McDonald Huis, zijn daarbij cruciaal, ervaart Hanneke. “Zij helpen ons gezin draaiende te houden wanneer we zelf even niet meer de puf hebben om licht aan het einde van de tunnel te zien. Zonder hen, maar ook zonder de vrijwilligers van het Ronald McDonald Huis, had je ons weken geleden al kunnen opvegen. Onze ouders zijn de rots waaraan we ons kunnen vastklampen wanneer we bijna denken te verdrinken. Het zijn ouders met een gouden randje.”