Guus had de auto niet gezien
Jörg en Marike bezoeken met hun dochter Pien (14) en zoon Guus (12) een kerstmarkt. Een gezellig gezinsuitje dat eindigt in een drama, want Guus wordt aangereden en raakt ernstig gewond. Vier maanden is hij buiten bewustzijn. Een jaar later revalideert hij nog steeds.
“Guus mopperde dat hij mee moest, er was voor hem toch niks te doen”, vertelt Marike. “Na afloop liepen we met een zak oliebollen in de hand naar de auto. We moesten een drukke weg oversteken. Guus liep voorop, Pien erachter en daarna wij. Opeens schreeuwde Pien: ‘Guus, pas op!’ Het volgende moment zagen we iets door de lucht vliegen en ik dacht: dat kan toch niet waar zijn? Maar Guus was vol geraakt. Hij had de auto niet gezien, en de bestuurster hem niet.”
Ernstige situatie
Guus heeft meerdere schedelbasisfracturen. Ook is zijn milt gescheurd en heeft hij een gekneusde long. Hij moet naar Groningen. Marike: “Daar zeiden ze: als we niks doen, overlijdt Guus binnen twee of drie uur.” Er wordt een stukje uit Guus’schedel weggehaald om ervoor te zorgen dat zijn hersenen ruimte hebben om te zwellen. Marike: “We moesten afwachten tot de zwelling zou afnemen. Dan konden de artsen pas zien waar de bloedingen zaten en of er hersengebieden beschadigd waren.”
Afstand nemen
Een verpleegkundige zorgt ervoor dat het gezin een plek krijgt in het Ronald McDonald Huis. Marike: “Eerst voelde het als een enorm eind lopen. Kunnen we niet gewoon hier bij Guus blijven? Maar op een gegeven moment waren we blij dat je een stukje moest lopen, om letterlijk afstand te nemen. En als je bij de deur stond van het Huis, kon je de lampjes van het Beatrix Kinderziekenhuis zien.”
Het gezin ontwikkelt al snel een nieuw ritme in het Huis. “Je moet toch eten, slapen en boodschappen doen. ’s Ochtends gingen we naar Guus, dan ontbijten in het Huis en daarna weer naar Guus. Het Ronald McDonald Huis voelde echt als een warme deken. Er waren andere gasten die ook ’s ochtends vroeg in het ziekenhuis waren, daar maak je dan een praatje mee. Sommige vrijwilligers sprak je een paar keer per week. Het ging heel natuurlijk: als je iemand nodig had, dan was er iemand. Als je dacht: nu even niet, dan was er ook niemand. Alsof dat haarfijn werd aangevoeld. Daarbij was het Huis voor ons ook een plek waar we samen konden zijn met vrienden die ons zo enorm steunden.”
Heel vastberaden
Na een speciale therapie in Tilburg komt Guus weer bij. Nu is hij thuis, maar hij gaat nog elke dag naar een revalidatie- centrum. Marike: “Hij moest veel dingen opnieuw leren, bijvoorbeeld fietsen en zwemmen. Hij ontwikkelt zich en herstelt nog steeds, maar we weten niet hoe het straks gaat als hij nieuwe dingen moet leren. Guus is zelf heel vastberaden, hij heeft de artsen al meerdere keren verbaasd. En we zijn ervan overtuigd dat hij het zover geschopt heeft, juist omdat wij altijd dicht bij hem waren.”