Voor vrijwilligers een kleine moeite, voor ouders een groot gebaar
Geen Ronald McDonald Huis en geen Ronald McDonald Huiskamer zonder vrijwilligers. Marie-Anne zet zich al 25 jaar in voor het Huis en Jet al 15 jaar voor de Huiskamer. Allebei zijn ze er vanaf het prille begin bij betrokken en nog steeds werken ze er met veel plezier.
Marie-Anne heeft schilderles, past op vier kleinkinderen en is lid van een leesclub. Op dinsdagmiddag is ze in het Ronald McDonald Huis. “Tijdens mijn dienst van half vier tot half zeven schrijven zich vaak nieuwe gasten in als alle onderzoeken in het ziekenhuis zijn gedaan en alle artsen zijn langs geweest. Zeker als het een spoedopname betreft, kan ik er dan zijn voor ouders. Die zijn vaak geschrokken en in de war. Ik laat hen hun verhaal doen, laat hen voelen dat ze welkom zijn.”
Zonder zorgen een ander mens
Marie-Annes eerste kennis- making met het Huis was een introductiebijeenkomst voor de eerste groep vrijwilligers, nog voordat het Huis zijn deuren opende. “Er waren vrijwilligers uit Huis Amsterdam, die vertelden over hun werk. Een van hen zette zich al tien jaar in en ik dacht: dat is wel erg lang. Nu ben ik er zelf al 25 jaar! Ik heb veel gasten zien komen en gaan, en vaak ook weer terugkomen. Soms denk ik nog aan een vader die totaal geen contact maakte en erg op zichzelf was. Tot zijn dochtertje was opgeknapt en mocht komen kijken waar haar ouders verbleven. Hij lag op de grond met haar te spelen, zó lief en betrokken. Zonder zijn zorgen zag ik een ander mens. Ik werk al 17 jaar samen met mijn collega- vrijwilliger Lumine en wij zijn goed op elkaar ingespeeld. Ik vind het leuk dat er meer jonge vrijwilligers bij komen, studenten bijvoorbeeld. Dat er zich voldoende vrijwilligers blijven aanmelden, dát wens ik het Huis toe. En eigenlijk zo min mogelijk gasten, maar zolang het nodig is en ik het kan, zet ik me voor hen in.” Jet werkt als manager Kwaliteit in de kinderopvang en past wekelijks op haar twee kleinkinderen. Maar om de week is haar zaterdagavond voor de Daktuin en Ouderkamers van de Huiskamer Leiden. “De eerste keer dat ik de Daktuin binnenkwam, was nog voordat het project startte. Er was een kennismakingsbijeenkomst voor de vrijwilligers met een speurtocht om de Ouderkamers te vinden. Die lagen ook toen al verspreid over de kinderafdelingen. ‘Wat een doolhof, ik vind ze nooit meer terug’, dacht ik.”
Versieren van de kerstboom
De Huiskamer opende in november, Jets eerste klus was het versieren van de kerstboom. “De zaterdag komt mij goed uit, omdat mijn man dan werkt. Ik heb het goed met mijn vaste maatje Leonore en ervaar nog steeds voldoening. Schommelen met een kind zodat de moeder even rustig kan zitten, een kopje afwassen omdat ouders terug worden geroepen naar de afdeling. Sommige kinderen blijven me bij, zoals een jongetje dat grote broer werd. Hij was trots, maar ook in verwarring. Door met hem te spelen, hem gerust te stellen, zag ik hem zekerder worden.” Jet is blij met de nieuwe Daktuin, zowel met de locatie – dichter bij de kinderafdelingen – als met de inrichting. “Hij sluit aan bij de mogelijkheden en behoeftes van nu. Dat we kunnen blijven meebewegen met nieuwe ontwikkelingen, dat wens ik de Huiskamer toe. En voorlopig blijf ik daar deel van uitmaken, op mijn zaterdagavond.”