Een kleine val
met grote gevolgen
‘Als een kind na het vallen direct huilt, dan valt het mee’, was wat Marijke altijd hoorde. Dus toen haar dochter Nina (1,5) na een kleine val het op een krijsen zette, troostte ze haar dochter en maakte ze zich niet al te veel zorgen. Totdat Nina tijdens haar middagslaapje in coma raakte.
“Eigenlijk kun je het niet eens een val noemen. Nina wilde op de kinderstoel klimmen en glipte van de onderste trede af. Amper 15 centimeter. Maar wel op een natuurstenen vloer.” Marijke blikt terug op de doordeweekse dag die zo normaal begon maar gitzwart eindigde. “Nina schreeuwde gelijk moord en brand. Dus ik troostte haar totdat ze weer wilde spelen. Tijdens haar middagslaapje moest ze overgeven. Dat vond ik raar, maar haar broer Keano was ook ziek, dus ik zocht er niet al te veel achter. Toen ze tien minuten erna weer had gespuugd, voelde ik dat er iets niet klopte.”
Pupillen verwijd
En dan gaat het snel. De huisarts ziet dat Nina’s pupillen zijn verwijd en belt zonder nog iets te zeggen de ambulance. De 1-jarige Nina zakt ondertussen steeds verder weg. Marijke loopt verdoofd terug naar de wachtkamer en belt haar man. “Ik drukte je de eerste keer nog weg”, zegt Frank, “omdat ik in een vergadering zat. Toen je binnen een minuut weer belde, wist ik dat er iets mis was.” Hij krijgt te horen dat Nina ‘op weg is naar het ziekenhuis’. Frank: “Ik had nog geen idee wat er was, maar ben als een dolle naar Almelo gereden. Mijn instinct zei me dat ik hard moest rijden. Zo erg dat ik bijna slipte in een bocht. Ik moest mezelf echt tot rust manen.”
Hersenbloeding
Als hij het ziekenhuis binnenrent, ziet hij Marijke op een brancard liggen, met Nina op haar schoot. “Ik herkende mijn eigen dochter niet”, zegt Frank. “Er zat geen pit meer in, geen leven.” Van de momenten erna herinneren ze zich alleen flarden. Een MRI die laat zien dat Nina een hersenbloeding heeft. Een kinderarts die staat te huilen om hun kleine meisje. De traumahelikopter die komt. Dat er geen plek voor hen is in de helikopter. En dan het UMCG. Nina blijkt op haar rechterslaap gevallen te zijn en ze heeft een breukje in haar schedel. Ze ligt aan de beademing. Marijke en Frank nemen hun intrek in Ronald McDonald Huis Groningen. “De beste plek om te zijn”, zegt Frank. “Als je in een hotel zou zitten, kon je alleen maar op bed zitten en voor je uit staren. Nu moesten we onze eigen wasjes draaien, eten koken, een fiets lenen om boodschappen te doen. Dat houdt je gaande. En je bent onder de mensen. Met sommige ouders hebben we nog steeds contact.”
'Je rent zo hard als je kunt de straat over’
Met spoed komen
Het blijkt bovendien broodnodig om dicht bij hun dochter te zijn. Frank: “Midden in de nacht werden we gebeld dat we met spoed moesten komen. Je rent dan zo hard als je kunt de straat over en roept tegen de nachtwaker: ‘We moeten nú naar binnen.’ De druk in Nina’s hoofd nam plotseling zo toe dat de artsen een stukje schedel eruit gingen halen, om haar hersenen de ruimte te geven. Uit de MRI bleek dat ze een fiks herseninfarct erbovenop had gehad.” Marijke slikt haar tranen weg. “De artsen waren duidelijk: we hebben alles gedaan wat we konden. Het is de vraag of Nina wakker wordt. De volgende dag hebben we alle familie gebeld. Kom maar afscheid nemen.” Franks vader, die op dat moment vergevorderde ALS heeft en niet meer kan praten, staat naast het bed en schrijft op een briefje: ‘Ik had hier moeten liggen. Niet Nina.'
Eerste woord: ‘opa’
Nina heeft een bijzondere band met haar opa. Dat blijkt wel als ze een paar weken later bijkomt. Frank: “Mijn vader boog over haar bed om haar een kus te geven en Nina zei: ‘Opa.’ Dat was het eerste wat ze weer zei. Wij schoten vol. We wisten: Nina is er nog.” En dat klopt. Hun dochter is een vechter. Steeds opnieuw. Nina is inmiddels vijftien keer geopereerd aan haar hoofdje, waarbij de artsen tevergeefs probeerden het stukje schedel terug te plaatsen. Steeds nam de hersendruk daarna zo toe dat de artsen besloten het gezin tijdelijk naar huis te sturen.
Om Nina’s lijfje te laten bijkomen van alle narcoses, operaties, ziekenhuisopnames. Een helmpje zorgt ervoor dat haar open schedel enigszins beschermd blijft.“Nina ontwikkelt zich super thuis”, zegt Marijke. “En wij komen ook tot rust. Het afgelopen jaar zaten we vol adrenaline. Keano idem dito. Dat jochie heeft er zoveel verdriet van gehad. Als wij zeiden: ‘Nina heeft weer hersenvocht’, begon hij al te huilen. Want hij wist: mama, papa en Nina moeten weer weg, ik weer naar oma, oom of tantes.” In januari moeten ze zich opnieuw melden in het ziekenhuis. “Daar zien we best tegen op. Gelukkig weten we dat we vlak bij Nina kunnen blijven, in het Ronald McDonald Huis. Dat is een geruststelling.”