
Eindelijk rust na een vroeggeboorte
Tijdens de vijfenhalve week waarin Floortje en Quinten in Ronald McDonald Huis Den Haag verbleven, voelden ze zich helemaal thuis. Geen ziekenhuiseten, maar gewoon zelf ontbijt maken en veel belangrijker: elk moment van de dag bij hun te vroeg geboren tweeling Cilou en Elin kunnen zijn.

Logeren in het Ronald McDonald Huis was voor Floortje een welkome afwisseling op het ziekenhuisleven. Met dertig weken zwangerschap werd ze opgenomen in het Leidse LUMC. Cilou, een van hun twee dochters, groeide niet goed. De gynaecoloog maakte elke dag een filmpje van de meisjes in haar buik. “Het ging beter dan verwacht, maar met 32 weken had ik een hoge bloeddruk en kreeg ik een keizersnee”, vertelt Floortje. “Cilou werd als eerste gehaald. Ze woog maar 1600 gram en huilde, maar Elin niet. Dat was eng.”

Piepende apparatuur
Twee teams ontfermden zich over hun pasgeboren dochters en ze maakten allebei snel geluid. Een paar uur later mochten ze de baby’s vasthouden. Cilou en Elin deden het zo goed dat ze de volgende dag al van de beademing af mochten. De dag daarna verhuisden ze naar het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag. “We wisten niet dat er in dat ziekenhuis een Ronald McDonald Huis was”, vertelt Quinten. “Wel dat we daar bij de baby’s konden slapen.” Dat de verpleging af en aan liep en de apparatuur bleef piepen, hielp niet bij Floortjes herstel.

Dochters troosten
De verpleging vroeg of ze niet beter hun intrek konden nemen in het Ronald McDonald Huis. Tot dan wisten Floortje en Quinten niet eens dat het Huis er was. “Eindelijk rust”, zo blikt Quinten terug op hun aankomst in het Huis. “De opname van Floortje en de bevalling waren heftig en opeens zaten we in een hotelkamer, zo voelde het althans. We konden er samen uitrusten zonder dat er iemand binnenkwam. De woonkamer was ook fijn. Daar raakten we in gesprek met een stel dat ook net een tweeling had gekregen, en we wisselden ervaringen uit.” Het Huis voelde al gauw als thuis. Floortje: “In het begin huilden Cilou en Elin weinig en sliepen ze door de voedingen heen. Maar na een paar weken piepten ze als ze wat nodig hadden. Dan wilde ik ze troosten en dat kon ook; we zaten vlakbij.”
De kerstdagen vieren ze voor het eerst met z’n vieren. Thuis. Quinten: “Die weken in het Juliana Kinderziekenhuis waren niet te doen geweest zonder het Ronald McDonald Huis. De vrijwilligers maakten die tijd dragelijk. Ze weten goed hoe ze met hun gasten moeten omgaan: voorzichtig en geïnteresseerd tegelijkertijd.”