Een babyzusje én beste vriendin voor Lilly-Loïs
Lilly-Loïs (5) moet even wennen na de geboorte van haar zusje Bobbi. Want mama en papa zijn ineens niet thuis, maar verblijven in Ronald McDonald Huis Sophia Rotterdam dicht bij Bobbi in het ziekenhuis. Als Lilly-Loïs eindelijk weer met haar ouders kan knuffelen, is ze dolblij. En in het Huis vindt ze zelfs een beste vriendin, Abigail.
“Het was echt een cadeautje dat we in het Huis een familiekamer kregen en we samen konden zijn”, vertelt moeder Kimberly. Na een spoedkeizersnede vlogen Kimberly en dochtertje Bobbi in een ambulance over de snelweg richting het Erasmus MC. Alleen daar kunnen de artsen de baby helpen aan haar afgesloten slokdarm en de snee in haar luchtpijp.
Door deze slokdarmatresie kan Bobbi niet zelfstandig ademen en eten. Daarom maken de artsen een opening in haar keel en plaatsen ze een canule. Door complicaties is het de vraag of het pasgeboren meisje het zal redden. Kimberly en vader Ranil checken in bij Ronald McDonald Huis Sophia Rotterdam. Daar is ook plek voor dochter Lilly-Loïs. “Eerst zouden we vijf weken blijven, toen tien en uiteindelijk verbleven we vijf maanden in het Huis. Het was zo fijn om binnen een minuut bij Bobbi te kunnen zijn.”
Vriendschap voor het leven
Samen met haar moeder kijkt de nu bijna zesjarige Lilly-Loïs naar foto’s van drie jaar geleden. “Fantastisch heeft zij het gehad. De eerste vijf weken was ze bij ons in het Huis en daarna kwam ze in de weekenden logeren. Als gezin maakten we daar ook uitstapjes. Naar Scheveningen, met de boot of naar de kinderboerderij.” Lilly-Loïs wijst naar een foto: “Hé, Abigail!” Een meisje uit het Huis waar ze nog steeds dikke vriendinnen mee is. Samen gingen ze naar het Ronald McDonald Speeldek, een speelopvang in het ziekenhuis voor broertjes en zusjes. “En óveral klei smeren in de woonkamer, terwijl de vaders Formule 1 keken”, lacht Kimberly. “Met die geweldige vrijwilligers ruimden ze het ook weer netjes op.”
Niet alleen hun dochter houdt vriendinnen over aan haar verblijf in het Huis. Ook Kimberly en Ranil spreken nog steeds af met de zes stellen die ze er leerden kennen. Hun band is sterk. “Het zijn de gesprekken, het samen eten, elkaars kinderen opvangen als je er even echt uit moet. Misschien gek: daarvoor zou ik die donkerste periode van mijn leven over willen doen, maar dan zonder die ziekte.”
"We zouden vijf weken in het Huis blijven, toen tien en het werden vijf maanden."
Doktertje spelen
Na vijf maanden mogen ze eindelijk naar huis. “Toen verzamelden alle vrijwilligers zich en zwaaiden ons samen uit.” In de twee jaar die volgen, krijgt Bobbi meerdere operaties en kunnen de ouders steeds een paar dagen logeren in het Huis. “Dan is het zo fijn dat je dezelfde gezichten terugziet. Dat voelt als thuiskomen.”
Hoewel ze even moest wennen aan haar zusje, zijn Lilly-Loïs en Bobbi nu maar al te graag samen. “Dan spelen we doktertje”, vertelt ze, want dat doet Bobbi het liefst. Dit najaar gaan ze terug naar Rotterdam. Dan volgt er een jaar met nieuwe operaties.
“We gaan kijken of de canule eruit kan, zodat ze zelfstandig kan ademen. Dat is spannend, want daarbij kan ze haar stem verliezen.” Lilly-Loïs zit in groep 3 en komt in de weekenden logeren in het Ronald McDonald Huis. “Als gezin zijn we heel veerkrachtig geworden. We willen alles uit het leven halen, vooral voor die twee meiden.”