Later kwam ik erachter
dat ik de omstandigheden had onderschat
“Waarschijnlijk een blaasontsteking”, dat is het eerste wat de verloskundige tegen Fabienne zegt als ze haar in de 25e zwangerschapsweek bezoekt. De aanleiding? Heftige buikkrampen en bloedverlies. Voor de zekerheid besluit de verloskundige toch even te checken hoe het met het kindje is. Dan krijgt Fabienne de schrik van haar leven. “Ik voel het hoofdje al. Je hebt drie centimeter ontsluiting!”
In het Spaarne Gasthuis in haar woonplaats Haarlem kan Fabienne niet bevallen. Dat kan daar pas vanaf 32 weken zwangerschap. Er blijkt wel plek in het ziekenhuis in Veldhoven te zijn, dus wordt ze daarnaartoe gebracht. Hier krijgt ze longrijpingsprikken en weeënremmers. Maar ook in Veldhoven kan ze niet blijven. Na twee dagen verhuist ze naar Isala in Zwolle.
Onvoorbereid
“Ik was heel erg geschrokken. Mijn leven stond op zijn kop. Het kindje in mijn buik was iets te zwaar. Als het zo zou blijven doorgroeien, moesten ze het mogelijk eerder halen. Ik was absoluut nog niet op de bevalling voorbereid en kon niet overzien wat de situatie allemaal inhield. Ik weet nog dat ik dacht: ik ben in het ziekenhuis, dus we zijn veilig. Later kwam ik erachter dat ik de omstandigheden behoorlijk had onderschat. Er zijn veel kindjes die het niet halen na een veel te vroege bevalling.”
Moeite met ademen
Op 8 oktober, een week na haar onverwachte bezoek aan de verloskundige, bevalt Fabienne via de natuurlijke weg van zoon Jaiden. “Hij had moeite met ademen, maar was verder heel sterk. Daardoor heeft hij de eerste anderhalve week geen infecties gehad.” Om de longblaasjes die door de beademing kapot zijn gemaakt te herstellen, krijgt Jaiden medicijnen. Die slaan goed aan.
Steun
Na een paar dagen verhuist Fabienne naar het nabijgelegen Ronald McDonald Huis. “De aanleiding was niet fijn, maar wat was ik blij dat ik in Huis Zwolle kon logeren. Mijn moeder is de eerste drie weken bij me gebleven. Ik heb ontzettend veel steun aan haar gehad. Mijn vader kwam om het weekend met mijn zusjes en mijn oma. Ik miste mijn vriendinnen wel, maar dacht tegelijkertijd: het is goed zo, dat contact pak ik wel weer op als ik eraan toe ben. In het Huis logeren mensen die in een vergelijkbare situatie zitten. Zij weten als geen ander wat je doormaakt. Dat geldt ook voor de vrijwilligers trouwens. Dit maakt dat je in het Huis makkelijker over je gevoelens en zorgen praat. Met een paar andere ouders die er tegelijkertijd logeerden, ben ik bevriend geraakt. We hebben nog steeds contact.”
Thuis
Eind november verhuist Jaiden naar het Spaarne Gasthuis in Haarlem. Fabienne slaapt vanaf dan lekker in haar eigen bed op vijf minuten fietsen van het ziekenhuis. Op 31 december mag Jaiden van de monitor af: een mooie mijlpaal zo op de laatste dag van 2018. Hij moet dan nog een paar dagen blijven in verband met de vaccinaties, maar mag begin 2019 eindelijk met Fabienne naar huis. “Mijn moeder en een vriendin gaan straks ieder een dag per week op Jaiden passen. Daarnaast ben ik nog op zoek naar een oppasouder, zodat ik mijn werk weer kan oppakken. Maar eerst ga ik nog even genieten van mijn laatste vrije weken met Jaiden.”