Boas' broers en zussen herkenden hem alleen nog aan zijn haar
In het grote gezin van Hans en Johanne is een verkoudheid bij een van de kinderen niet iets om meteen gealarmeerd van te raken. Maar als hun jongste zoon Boas (1) hoge koorts krijgt en plotseling helemaal niet meer reageert, slaat de paniek toe.
Het is de eerste maandag in het nieuwe jaar en bijna het hele gezin is na een gezellige kerstvakantie weer aan het opstarten. Alleen Boas is niet lekker, hij heeft koorts. Johanne vindt hem erg suf en vertrouwt het niet. Ze belt de huisarts, waar ze later die middag terechtkan. Maar dan wordt Boas plotseling helemaal slap en krijgen zijn ouders geen contact meer met hem. Johanne: “We wonen tegenover de huisarts, dus ik heb hem in een dekentje gewikkeld en ben naar de overkant gerend.”
Septische shock
De huisarts belt meteen de ambulance, die Boas naar het ziekenhuis in Zwolle brengt. Boas heeft een septische shock: een bloedvergiftiging veroorzaakt door een bacterie. In de loop van de nacht lijkt er wat verbetering te komen in zijn situatie, maar de volgende ochtend krijgt Boas een grauwe kleur en vlekken over zijn hele lichaam. Hij moet zo snel mogelijk naar het UMC Groningen, waar hij aan de beademing en aan de hart-longmachine moet, omdat zijn bloedsomloop totaal ontregeld is. Johanne: “Het is onbeschrijfelijk wat er dan door je heen gaat. We moesten er rekening mee houden dat Boas onderweg naar Groningen zou overlijden. Je hoofd staat stil, maar alles maalt tegelijkertijd. We belden familie en vrienden om opvang voor de andere kinderen te regelen. Ook hebben we samen gebeden.”
In Groningen ondergaat Boas meteen een openhartoperatie, zodat zijn verstoorde bloedsomloop overgenomen kan worden door de hart-longmachine. Hans: “Woensdagochtend zei de arts: ‘Haal jullie andere kinderen ook maar, we kunnen hem nu nog in leven houden aan de machine.’” Vrienden en familie rijden het halve land door om Boas’ broers Jacco (13) en Cor (7) en zussen Anneke (16) en Jonneke (9) bij hem te brengen. Het hele gezin schaart zich om Boas’ bedje op de ic. Hans: “Zijn broers en zussen herkenden hem alleen nog aan zijn haar. Hij zag er erg slecht uit, helemaal opgezet en overal blauwpaarse vlekken. We hebben op de ic met elkaar voor hem gezongen. Dat was een zeer emotioneel en onvergetelijk gezinsmoment.”
Waardevol leven
De volgende dag checkt het gezin in bij Ronald McDonald Huis Groningen. Hans: “In een mum van tijd werd het Huis ons ‘thuis in Groningen’. Weg uit het ziekenhuis, weg van de geuren, de geluiden en de stress. Met een krantje op schoot met opgetrokken benen op een lekkere bank. Het Huis was voor ons echt een oase.” Broer Cor en zus Jonneke logeren in de weekends ook in het Ronald McDonald Huis. Hans: “Ze waren dan vaak vroeg wakker en hebben uren gespeeld met al het prachtige Playmobil dat in de speelruimte stond.”
Johanne: “De betrokkenheid van de vrijwilligers was geweldig. Een van de vrijwilligers zal me altijd bijblijven. Op een gegeven moment werd duidelijk dat Boas’ linkervoetje geamputeerd moest worden, omdat door de bacterie in het bloed een groot deel van zijn voet was afgestorven. Ik zat er helemaal doorheen. Deze vrijwilliger had zelf een beperking aan haar been. Zij leerde me in één gesprek dat een amputatie weliswaar beperkingen kan geven, maar ook hoe waardevol het leven met een beperking kan zijn. Ze heeft me enorm geholpen het juiste perspectief te zien en me ook geleerd hoe ik om moest gaan met Boas na de amputatie.”
‘In het Huis waren we even weg van ziekenhuisgeuren, geluiden en stress’
Veel steun
De familie wordt ondertussen niet vergeten door hun omgeving. Johanne: “We hebben bijna niet gekookt in het Huis, omdat er vanuit onze kerkelijke gemeente voor ons gekookt werd. Fantastisch! En in totaal hebben we ongeveer 1.000 kaarten mogen ontvangen. Dan voel je je zo gesteund.” In het Ronald McDonald Huis zien ze dat dit niet vanzelfsprekend is. Johanne: “Er verbleef in het Huis een gezin dat gevlucht was uit Iran, in een azc woonde en in Nederland bijna niemand kende. We merkten, ondanks de taalbarrière, dat we ook veel raakvlakken hadden, bijvoorbeeld in ons geloof. Elke ochtend zagen we elkaar bij het ontbijt en gaven we elkaar een knuffel. Zo konden we elkaar tot steun zijn. En voordat ik het iemand had verteld, voelde deze moeder aan dat ik zwanger was van ons zesde kind. Dat heeft me diep geraakt.”
Bijna drie weken ligt Boas uiteindelijk op de ic. Hans en Johanne ervaren het als een wonder wanneer een riskante bloedprop bij het hart tijdens de operatie ineens niet meer te vinden is. Als de bacterie in het bloed eenmaal onder controle is, wordt stap voor stap de intensieve zorg afgebouwd. Boas zegt voor het eerst weer ‘Mama’, wat iedereen ontroert en hoop geeft. De gevreesde restschade aan zijn hersenen, hart en nieren blijft uit. Wel sterven verschillende uiteinden van zijn lichaam af, waardoor niet alleen zijn linkervoetje geamputeerd moet worden, maar ook van zijn rechtervoetje een deel van zijn tenen. Zijn beide duimen zijn nog intact, maar van alle acht vingers zijn de vingertoppen afgestorven. Hans: “En we zijn er nog niet. De kans bestaat dat er nog een stuk van zijn linkeronderbeen geamputeerd moet worden. Maar ondanks dat is Boas weer ons vrolijke ventje en zijn we ontzettend blij en dankbaar dat hij nog bij ons is.”