Als we uitcheckten in het Huis
zeiden we altijd 'tot ziens'
In november 1997 opende Ronald McDonald Huis VUmc haar deuren. Eerst met een paar kamers in het VUmc, later in een prachtig pand aan de Amstelveenseweg. Maar liefst 24 jaar lang heeft Huis VUmc kunnen doen waar het het beste in is: ouders dicht bij hun zieke kind laten zijn.
Er werden maaltijden gekookt, tranen van hoop en vrees gehuild en mijlpalen gevierd. Ook zijn er bijzondere vriend-schappen ontstaan. Vriendschappen die nog voortduren, ook nu het Huis definitief gesloten is. Neem bijvoorbeeld het verhaal van Cees, Mirjam, Govert en Marcella en hun kinderen.
Leren steppen in de gang
“We zijn hier meer dan honderd keer geweest als Siem Jan werd opgenomen in het VUmc”, vertelt Cees. “En als we uitcheckten, zeiden we altijd ‘Tot ziens’.” Vanaf het moment dat zoon Siem Jan werd geboren, waren er zorgen. Ze waren kind aan huis in het ziekenhuis én in Huis VUmc. “Voor ons voelt het hier als thuis”, zegt Mirjam. “Ook na het overlijden van Siem Jan komen we hier nog graag, samen met onze dochter Yvanca, die in de gangen van Huis VUmc leerde steppen.”
‘Cees en Mirjam hebben ons echt geholpen om ons thuis te voelen in het Huis’
Liefdevol opgevangen
“Ik heb ook echt warme gevoelens bij het Huis”, zegt Marcella. “We zijn altijd liefdevol en persoonlijk opgevangen.” Zij en Govert kwamen voor het eerst in Huis VUmc na de geboorte van hun tweede dochter Phileine. Zij werd geboren met haar darmen buiten haar buikje. Helaas bleek er nog veel meer mis te zijn en er volgde een lang traject waarbij ze vaak in het ziekenhuis moesten zijn. En elke keer checkten ze in bij Huis VUmc. “Wij kwamen daar Cees en Mirjam tegen. Zij hebben ons echt geholpen om ons thuis te voelen in het Huis. Vertelden welke sluiproute we konden nemen naar het ziekenhuis en wat de beste snackbar was.”
We komen eraan, hoor!
Keer op keer ontmoetten de gezinnen elkaar in het Huis. En al snel waren ook dochters Yvanca en Babette vriendinnen, ondanks het leeftijds-verschil van negen jaar. “Op een gegeven moment stuurden ze elkaar al een bericht als we onderweg waren naar het ziekenhuis”, vertelt Mirjam. “‘We komen eraan, hoor!’ Dan wisten we al dat zij er ook weer waren. En dan werd er samen geluncht of gekookt.”
De vriendschap is voor altijd, weet Mirjam. “Je hoeft niets uit te leggen aan elkaar. Je deelt een ervaring die een ander niet kan begrijpen. Soms denken mensen dat het altijd ellendig is in het Huis, maar we hadden het ook echt weleens over iets anders.” Lachend: “We zijn zelfs een keer naar de kroeg geweest. Verder hadden we vooral gezellige avondjes in het Huis. Maar alleen als de kinderen aan de beterende hand waren. Anders stond je hoofd er helemaal niet naar.”
Verschillen vallen weg
Of je nou bankdirecteur of kleuterjuf bent, in een Ronald McDonald Huis ben je maar één ding: ouder van een ernstig ziek kind. En je wilt allemaal hetzelfde: dat je kind beter wordt. Govert: “In het dagelijks leven hadden we elkaar niet ontmoet. Daarvoor waren er te veel verschillen. Maar door onze vele ontmoetingen in het Huis en het ziekenhuis ontdekten we hoeveel we gemeen hebben en kreeg de vriendschap de kans om te groeien.”